Binnenstadsvisie – Wat voor type stad hoort bij de naderende roaring 20s?

Binnenstadsvisie – Wat voor type stad hoort bij de naderende roaring 20s?

De roaring 20s van de vorige eeuw hebben we in deel 1 al belicht. Die was doorspekt van ongebreideld positivisme met een hele eigen visie om Rotterdam on-Hollands groots te maken. Er heerste een dadendrang om een wereldstad vol hoge torens op te richten waar menig stad stikjaloers op zou zijn.

Wij dromen van een herbeleving daarvan in de jaren 20 van deze eeuw. En we denken ook nog eens dat het mogelijk is! Maar hoe maken we van Rotterdam weer de stad waar het gebeurt? Het antwoord: maak de binnenstad een magneet voor bewoners en bezoekers. Zorg er door middel van binnenstedelijke verdichting voor dat er veel mensen kunnen en willen wonen en dat het een heerlijke plek is om te vertoeven. Dat is onze stip op de horizon.

Om daar te geraken zullen wij een 5-tal suggesties doen waarmee we echt een bloeiende binnenstad gaan bouwen en er voor zorgen dat het hier straks weer net zo bruist als bijna 100 jaar geleden.

Door: Derek van den Berg en Stijn van Pelt

Hoogbouw staat niet per se synoniem aan massaliteit en onpersoonlijkheid. Deze plaat laat mooi zien dat hoogbouw prima gecombineerd kan worden met kleinschaligheid in de plinten. Bron Renders: Karlastaden Utveckling AB, Gothenburg Sweden. Website:  Karlastaden, Göteborg

Maar hoe maken we van Rotterdam weer de stad waar het gebeurt? Het antwoord: maak de binnenstad een magneet voor bewoners en bezoekers.

Benodigde ingrediënten voor een swingende binnenstad

Een swingende binnenstad is niets zonder mensen. Mensen die er wonen evenals mensen die er op bezoek komen. Bezoekers van buitenaf komen alleen naar je binnenstad als deze aantrekkelijk genoeg is. Aantrekkelijke openbare ruimte en een grote diversiteit aan verschillende functies zijn daarbij belangrijke fundamenten.

Een lekkere openbare ruimte kan alleen bekostigd worden met voldoende belastingbetalende inwoners, terwijl een grote diversiteit aan functies en ov-verbindingen alleen kan overleven als er voldoende mensen in de buurt zijn die er gebruik van maken. Kortom, alles begint met voldoende dichtheid aan woningen voor Rotterdammers.

Dichtheid heeft nog meer voordelen

Naast voldoende draagvlak voor voorzieningen in de buurt en geld voor openbare voorzieningen, leveren hoge dichtheden nog veel meer voordelen op. Hoe meer mensen op een klein oppervlak wonen, hoe meer interactie tussen verschillende mensen. Vanuit deze interacties ontstaan kruisbestuivingen (in de wetenschap ook wel serendipiteit genoemd) tussen verschillende ideeën die kunnen leiden tot nieuwe innovaties en bedrijven. Nieuwe bedrijven zijn voor Rotterdam nog steeds meer dan welkom.

De kans dat twee mensen met ideeën elkaar tegenkomen is in een gebied met hoge dichtheid veel groter. En door de grote hoeveelheden mensen en woningen voelt het veel veiliger! Bron afbeelding: Illustration: Oslo S Utvikling AS / Leonard Design Architects.Bjørvika, Oslo.

Hoe meer mensen op een klein oppervlak wonen, hoe meer interactie tussen verschillende mensen. Vanuit deze interacties ontstaan kruisbestuivingen tussen verschillende ideeën die kunnen leiden tot nieuwe innovaties en bedrijven.

Veiligheid

Als er veel mensen dichtbij elkaar wonen, is de sociale controle sterker. Voor wie het vergeten was: Rotterdam vecht nog steeds tegen het imago van onveilige stad. Wil je dat mensen het gevoel hebben dat ze ‘s avonds veilig over straat kunnen lopen, dan helpt de bouw van duizenden woningen in de stad daar enorm mee. Meer inwoners betekent meer mensen en ogen op straat en meer verlichte huizen. En heel belangrijk, meer belastingbetalers die mee kunnen lappen aan een veilige binnenstad. Het is daarom zo jammer dat juist de afgelopen jaren veel kansen tot verdichting gemist zijn.

Als er rondom Cool63 meer dan 500 extra appartementen waren gerealiseerd, was er op dat punt van de Coolsingel ‘s avonds veel meer sociale controle geweest. Daarnaast zien 30 lagen extra er er ook gewoon veel beter uit dan de huidige stompjes. Bron afbeelding: Jan Klerks.

Duurzaamheid

Misschien wel het meest in het oog springend is het effect van hoge woningdichtheden op duurzaamheid. Hoe hoger de woningdichtheid, hoe minder noodzaak om groengebieden buiten de stad vol te bouwen om mensen te huisvesten. En hoe minder wegen er benodigd zijn om deze mensen met de auto naar de stad te krijgen. Met hoge dichtheden kan je compacter en energievriendelijker wonen, is er meer en beter openbaar vervoer te maken en hoeven mensen kleinere afstanden af te leggen om op hun plek van bestemming te komen. Kortom, een duurzame toekomst ligt in hoogstedelijk bouwen. Maar is Rotterdam daar ook klaar voor?

Geen hoogbouwvisie maar een binnenstadsvisie

De gemeente Rotterdam denkt van wel. Zoals de meeste andere grote steden in Nederland heeft Rotterdam een visie hoe de binnenstad zich stedenbouwkundig zou moeten ontwikkelen. In Rotterdam staat dit samengevat in de ‘hoogbouwvisie’.

Om maar gelijk met de deur in huis te vallen: wij zijn niet heel gelukkig met deze visie. Het mag dan wel hoogbouwvisie heten, in de realiteit resulteert het zoals Nanne de Ru ooit mooi verwoordde in een ‘skyline van stompjes’. De hoogbouwvisie is een vrij rigide beleidsdocument met een set spelregels die goede hoogbouw in veel situaties meer belemmert dan bevordert. Wat ons betreft is hoog bouwen geen doel, maar een middel. Wij pleiten daarom niet voor een hoogbouwvisie, maar voor een binnenstadsvisie die uitgaat van een verdichte stad. Wat er anders moet aan de hoogbouwvisie om te komen tot een binnenstadsvisie zullen wij stap voor stap uitleggen.

Het mag dan wel hoogbouwvisie heten, in de realiteit resulteert het zoals Nanne de Ru ooit mooi verwoordde in een ‘skyline van stompjes’.

De Rotterdamse hoogbouwvisie. Ondanks zijn naam, vaak niet bevorderlijk verdichting en hoogbouw. Bron: Voorpagina Hoogbouwvisie 2011, Gemeente Rotterdam

1. Geen maximale maar minimale hoogtes

Hoogstedelijk bouwen kenmerkt zich in Rotterdam met name door hoogbouw. Maar het kan ook anders. Parijs laat bijvoorbeeld zien dat met consequente stedelijke bouwblokken van 6 tot 7 lagen ook hoge woningdichtheden te behalen zijn. Doordat er in Rotterdam met name kleine plots beschikbaar komen in een reeds bestaande stad, is een tabula rasa benadering met een heel nieuw getekend centrum geen optie. Op die kleine plots zal je flink de hoogte in moeten om nog iets van verdichting te creëren. En dan helpen hoogtelimieten natuurlijk niet mee.

Op veel plekken in het centrum worden maximumhoogtes gehanteerd. Niet verrassend ligt de maximumhoogte vaak op 70, 100 of 150 meter hoogte. Wat zien we? Een groot deel van de torens in ontwikkeling is 70 meter 100 of 150 meter hoog. Dit zorgt voor een schrikbarend voorspelbaar en enigszins saai stedelijk silhouet. De angst van Nanne de Ru wordt daarmee werkelijkheid.

Parijs laat bijvoorbeeld zien dat met consequente stedelijke bouwblokken van 6 tot 7 lagen ook hoge woningdichtheden te behalen zijn.

Hoe dan wel?

Wij horen jullie denken ‘hoe wil je het dan doen’? Als wij het echt voor het zeggen hadden, dan zouden we als eerste de rigide maximale hoogte laten vallen. In plaats daarvan zouden wij een minimale hoogte introduceren. Nergens binnen de ring mag er lager dan 5-laags gebouwd worden. Rijtjeshuizen, geloof het of niet, zijn reeds volop voorradig binnen en buiten de stad. Bovendien zie je dat alle doelgroepen, waaronder gezinnen, steeds vaker kiezen voor een woning in de stad. De keuze van een gezin voor een stadswoning heeft met name te maken met de aanwezigheid van buitenruimte en het aantal voorzieningen voor kinderen in de buurt. Daar is nog een slag te maken. Een geweldig initiatief om stedelijke gezinnen in hoogbouw te laten leven is de ‘family scraper’ de Maasbode. Eerder haalden we ook al het Tower within a tower concept uit Hong Kong aan dat is ontworpen rondom de behoeftes van gezinnen.

De ontwikkeling ‘de Maasbode’ van BPD en door het ontwerp van Van Bergen Kolpa Architecten, is een geweldig initiatief om gezinnen in hoogbouw te laten wonen inclusief zeeën aan buitenruimte! Bron afbeelding: Van Bergen Kolpa Architecten.

In het gebied dat ook wel bekend staat als de ‘Stadsdriehoek’ zou de minimumhoogte nergens lager mogen zijn dan 8 lagen. Hetzelfde geldt voor op- en rondom de Lijnbaan. Op specifieke plekken mag de gemeente daarnaast best eisen dat de bebouwing minimaal 70, 100 of zelfs 200 meter hoog wordt. Zeker op cruciale plekken voor het ‘grotestadsgevoel’ zoals langs de stadsboulevards Weena, Coolsingel en de Blaak. Op deze manier dwing je enerzijds af dat er voldoende voorzieningen gerealiseerd worden terwijl je aan de andere kant waarborgt dat er voldoende woningdichtheid in de binnenstad ontstaat.

Op specifieke plekken mag de gemeente daarnaast best eisen dat de bebouwing minimaal 70, 100 of zelfs 200 meter hoog wordt.

In de wijk L’eixample in Barcelona staat geen echte hoogbouw, maar staat ook praktisch geen gebouw dat lager is dan 5 verdiepingen. Daardoor worden hier zeer hoge dichtheden gehaald. Dit is niet toevallig één van de populairste woonwijken van Barcelona. Bron afbeelding: Wikipedia (Year of the dragon)

2. Een stop op het maximum aantal woningen

De gemeente Rotterdam heeft voor bepaalde gebieden een maximum aantal woningen gedefinieerd. Dit is vaak gerelateerd aan een verwacht aantal verkeersbewegingen op basis van autobezit. Op het moment dat dit beleid geschreven werd is er geen rekening gehouden met de trend dat steeds meer (jonge) mensen geen auto meer hebben. Ook de komende decennia is de verwachting dat autobezit drastisch zal dalen.

Nu nog niet voor te stellen, maar de verwachting is dat zelfrijdende auto’s zoals taxi’s straks onderdeel zijn van de stad en de behoefte aan autobezit doen dalen. Bron: Wikimedia

Met andere woorden, het aantal te realiseren woningen mag in de binnenstad niet afgeremd worden door een ‘behoefte’ aan parkeerplaatsen. Daarnaast kan je ook simpel stellen dat woningen zonder parkeerplaats mensen zonder auto aantrekken. Een mooi voorbeeld hiervan zijn studenten en starters. Andersom geldt: ga je woningen bouwen voor mensen met auto’s, dan trek je ook de doelgroep die auto’s bezit. Hier kan je dus goed in sturen. Mooie bijkomstigheid is dat als de woningdichtheid omhoog gaat er een groter scala aan voorzieningen in de directe omgeving verschijnt, waardoor de noodzaak voor de auto steeds kleiner wordt.

Woningen zonder parkeerplaats trekken mensen zonder auto. Andersom geldt ook, woningen met parkeerplek trekken mensen met auto.

Wij zouden daarom zeker geen maximum zetten op het aantal woningen. Kijk projectspecifiek wat het effect op de wijk is en wat het effect is op de verkeerscirculatie. Je ziet nu al de trend dat veel van de projecten die in aanbouw gaan zeer weinig parkeerplekken bevatten. Daarnaast staan er nog veel garages in het centrum van Rotterdam grotendeels leeg. De parkeergarage onder het Kruisplein als absolute topper. Gebruik eerst die capaciteit.

3. Geen sunspots maar comfortspots

In de huidige hoogbouwvisie is de binnenstad onderverdeeld in drie zones.

Zone 1: Sunspots. Hier mag door toedoen van nieuwe gebouwen geen minuut extra schaduw vallen. Voorbeelden zijn o.a. de Lijnbaanhoven waar je conform dit beleid verwacht dat er op zonnige dagen honderden mensen op handdoeken liggen. Wij hebben ze nog niet gespot.

Zone 2: Plekken met bijzondere kwaliteit. Hier mag door toedoen van vastgoedontwikkelingen maximaal een uur extra schaduw vallen. Voorbeelden zijn o.a. het Hofplein en het Churchillplein. Bij deze plekken met ‘bijzondere kwaliteit’ verwacht je ook massa’s aan mensen in klapstoelen op zonnige dagen. De realiteit is anders.

Zone 3: Overige gebieden. Hier mag maximaal twee uur extra schaduw vallen door toedoen van nieuwe vastgoedontwikkelingen. Een voorbeeld zijn de kades voor de Fenix Food Factory, waar frappant genoeg altijd mensen te vinden zijn. Zon of geen zon.

Het idee van sunspots is goed te volgen. Je wilt in de stad plekken behouden voor een biertje in de zon. De huidige regelgeving slaat echter volledig door. Ten eerste is het raar dat dit alleen geldt voor gebouwen vanaf 70 meter en hoger. Een 69 meter hoog gebouw kan theoretisch een sunspot dus volledig in de schaduw leggen. Daarnaast zou men anders om kunnen gaan met extra schaduwwerking door nieuwbouw. Flexibeler beleid dat compensatie verlangt van ontwikkelaars in een projectplan zou onze sterke voorkeur hebben. Is er door jouw ontwikkeling een half uur minder zon? Dan minimaal zoveel zonuren op een andere publieke plek erbij of bijvoorbeeld op je eigen publieke dak. Een investering in de buitenruimte kan wat ons betreft ook compenseren.

Het Churchillplein is een plek met bijzondere kwaliteiten waar niet meer dan een uur extra schaduw mag vallen door toedoen van vastgoedontwikkelingen. Wij hebben deze bijzondere kwaliteiten nog niet kunnen ontdekken. Bron: Google streetview

Tem de wind in Rotterdam

In het Rotterdamse klimaat, waar de bewolkte dagen duidelijk overheersen, is één factor nog veel belangrijker dan de zon: de wind. Als Chicago een Windy City is, dan is Rotterdam bij wijze van spreken een orkaanstad. Hier waait het 300 dagen per jaar. Daarmee is de wind voor veel Rotterdammers een grotere ergernis dan schaduw. De wind temmen heeft daarom veel meer prioriteit.

Ons voorstel: vervang het concept ‘sunspot’ voor een nieuw concept, de zogenaamde ‘comfortspots’: plekken in de openbare ruimte waar inwoners en bezoekers graag verblijven. Waar je kunt lopen zonder weggeblazen te worden. Waar je in het terrasseizoen verscheidene momenten hebt gedurende de dag dat je lekker in het zonnetje kan zitten, maar net zo goed voldoende momenten hebt om in de schaduw te vertoeven. Met de steeds warmer wordende zomers en de huidkankerepidimie die ons land aan doet is dat een niet te onderschatten troef.

Als Chicago een Windy City is, dan is Rotterdam bij wijze van spreken een orkaanstad. Hier waait het 300 dagen per jaar. Daarmee is de wind voor veel Rotterdammers een grotere ergernis dan schaduw.

Bij District E in Eindhoven hebben ze begrepen dat het maken van een goede plek niet alleen afhankelijk is van zon. De wind temmen en voldoende dichtheid voor een groot scala aan voorzieningen prevaleert. Bron: Amvest/Powerhouse Company

Het mooiste bewijs dat zon geen noodzaak is voor een bruisende binnenstad zijn steden als Londen of Stockholm. Daar wordt in het centrum in veel hogere dichtheden gebouwd dan wij in Rotterdam gewend zijn, terwijl Londen op ongeveer dezelfde breedtegraad ligt en Göteborg zelfs stukken noordelijker.

Hoge dichtheden, weinig zon en toch een populair winkelgebied. Hier wordt de wind getemd. Gracechurch Street in Londen. Bron: Google streetview

Dat er minder zonlicht in de straten valt is daar ondergeschikt aan het creëren van een fijn verblijfsklimaat. Door de hoge dichtheden ontstaat een praktisch windstil voetgangersgebied met goed gevulde plinten met toffe functies. En uiteindelijk is het ook voor winkeliers en horeca een zegen als de clientèle niet voor de deur weggeblazen wordt.

Karlastaden in Göteborg – een van onze lievelingsprojecten – bouwt in veel hogere dichtheden dan in Rotterdam behaald worden, met o.a. intensief gebruik van de beperkte openbare ruimte en de daken. Bron Renders: Karlastaden Utveckling AB, Gothenburg Sweden. Website: Karlastaden, Göteborg

4. Mobiliteitsbouwen rondom ov-knooppunten

Waar de gemeente Rotterdam de afgelopen jaren een verhaal heeft gepropageerd van grote appartementen voor hogere inkomens, zijn er ook ontzettend veel starters en mensen met lagere inkomens die geen geschikte woonruimte kunnen vinden.

In de binnenstad en dan met name rondom OV-knooppunten zoals Beurs, Blaak en Rotterdam Centraal kan veel meer ingezet worden op woningen voor starters en alleenstaanden. Bouwen bovenop mobiliteitsknooppunten, wij noemen het ‘mobiliteitsbouwen’. Alleen al op deze locaties kan je duizenden woningen kwijt.

 

In Frankfurt hebben ze ook geleerd van hoogbouwfouten uit het verleden. Nieuwe projecten als Frankfurt Four, worden ontworpen als superblock met 4 torens op een rammend goede plint nabij OV-knooppunten. Bron: Groß & Partner / UNStudio

Doordat veel van deze appartementen huurwoningen voor starters en alleenstaanden zijn, behoud je als stad ook nog eens de flexibiliteit om op deze locaties ooit te herontwikkelen. Je zet er de binnenstad niet mee op slot en dat is van hele grote waarde voor de toekomst.

5. Verdichten begint bij steengoede plinten!

Wij vinden de plintstrategie één van de belangrijkste punten van de Rotterdamse hoogbouwvisie. Wij zien ook dat plinten – de begane grond verdieping waar vaak horeca of winkels zitten – op cruciale punten in de binnenstad bovenal levendige functies moeten bevatten. Je hebt niks aan een verdichte binnenstad als de plinten slecht zijn. Stukken zoals de achterkanten van de Lijnbaan of de achterkant van de Hudson’s Bay aan de Westewagenstraat zijn enorme killers voor de levendigheid in de binnenstad. In Amsterdam zie je een beleid dat op de hoeken vaak horeca geplaatst wordt. Dit zorgt er voor dat er zowel overdag als ’s avonds reuring op deze plekken is. Een mooi voorbeeld in Rotterdam is Loos. Met horeca op hoeken worden straten bovendien visueel verbonden en wordt de voetganger als het ware de hoek om gezogen. Een idee dat wij graag meer zouden zien in Rotterdam.

Stukken zoals de achterkanten van de Lijnbaan of de achterkant van de Hudson’s Bay aan de Westewagenstraat zijn enorme killers voor de levendigheid in de binnenstad.

Wat moet anders?

Er zijn een aantal zaken in de plintstrategie die echt anders moeten. De gemeente is begonnen met verplichten van een sokkel onder hoogbouw, doordat veel torens vroeger als ruimteschepen in stad leken te landen en 0,0 binding hadden met de omgeving. Een sokkel houdt in dat het gebouw op een voet moet staan die veel breder is dan de toren zelf. Het grote nadeel van dat soort sokkels is dat je lange saaie straten krijgt waar je al wandelend een minuut lang naar hetzelfde monotone beeld kijkt. Een en dezelfde gevel over soms 80 meter afstand in een binnenstad waar je verwacht verrast te worden is ronduit klote voor de beleving van de bezoeker.

Uitwassen van de verplichte sokkel. Grote stukken eentonige plint is dodelijk voor de beleving in deze straten. Bron New Orleans: Zairon, Wikimedia. Bron 100Hoog: Fred Romero, Flickr

Het grote nadeel van soort sokkels onder hoogbouw is dat je lange saaie straten krijgt waar je al wandelend een minuut lang naar hetzelfde monotone beeld kijkt.

In historisch gegroeide binnensteden zit veel meer afwisseling in de gevel. Ook in Rotterdam is dit nog goed te zien in stukken stad die godzijdank de oorlog overleefd hebben zoals de Oude Binnenweg.

Een afwisseling van panden, verticaliteit in de gevels en verschillende plinten maakt een straat interessant. Bron: Google streetview

In de plintstrategie wordt verder benadrukt dat plinten ‘transparant moeten zijn’’. Wij zien helaas dat dit in de praktijk glazen muren oplevert in plaats van fijn gedetailleerde gevels waar je door een raam naar binnen kan kijken. Een mooi voorbeeld daarvan is het Timmerhuis. Aan het Rodezand is een funky vormgegeven glazen plint gerealiseerd die zeer transparant is en een eenduidige vorm heeft over de volledige lengte. Binnen hetzelfde complex is aan de Meent een bestaande plint opgeknapt die aansluit op het maatvoering van het bestaande gebouw.

In de plintstrategie wordt verder benadrukt dat plinten ‘transparant moeten zijn’’. Wij zien helaas dat dit in de praktijk glazen muren oplevert in plaats van fijn gedetailleerde gevels.

Hetzelfde complex, maar twee totaal verschillende plinten. Waarbij de plint van de oudbouw veel prettiger en bovenal menselijker aanvoelt. Bron: Google streetview.

De plint aan de Meent is opgedeeld, kent gesloten delen waar gevelkolommen gepositioneerd staan en ingangen waardoor mensen naar binnen en buiten kunnen. Daarnaast zijn er mooie materialen verwerkt in de plint. Wij zien graag meer van dat soort plinten. Wij pleiten daarom voor:

  • Het opbreken van langgerekte plinten in verschillende verhuurbare ruimtes achter de gevel. Hierdoor ontstaan interessante ruimtes voor zowel kleine als grote huurders en waarborg je functionele diversiteit. Iedere zaak ziet er anders uit, dus je creëert zo bovendien de gewenste esthetische afwisseling;
  • Het verbieden van hetzelfde gevelontwerp voor een sokkel met meer dan 25 meter lengte. Als een nieuwbouwontwikkeling bijvoorbeeld 50 meter lang is, dan dienen er dus minimaal 2 verschillende gevelontwerpen gemaakt te worden voor de onderbouw (sokkel);
  • De gevel aan de buitenkant fragmenteren door middel van gevelkolommen;
  • Hoe gek dit ook klinkt: het beperken van de hoeveelheid glas in de plint. Grote glasoppervlakken geven met name een zakelijk en daarmee kil uiterlijk. Een variatie van een steenachtige plint met daarin glasoppervlaktes in de vorm van ramen geeft een veel warmere uitstraling. Op de Oude Binnenweg zijn daar prachtige voorbeelden van te zien. Maar ook bij het pand van kinderboekenwinkel ‘De Kleine Kapitein’ is de plint bijzonder aantrekkelijk vormgegeven.
  • Het verplichten van het gebruik van kwalitatief hoogwaardige materialen in de plint zoals geglazuurde baksteen, travertin, marmer, natuursteen, graniet of messing. Hier heeft Welstand een belangrijke rol;
  • Het verplichten van bijzondere details in de gevel, zoals ornamenten, bijzondere gevelstenen, verwijzingen naar een karaktereigenschap van de stad of een verleden, enzovoorts.

*Bovenstaande punten hebben betrekking op nieuwbouw. Bij herontwikkelingen van bestaande gebouwen is de situatie vaak complexer en kent het soms een andere set uitgangspunten. 

Conclusie

Het is een illusie om te denken dat alleen met hoogbouw goede binnenstedelijke woningdichtheden te halen zijn. Zoals we zagen spelen ook stedelijke bouwblokken een grote rol in het verdichten van een stad. Steden als Rotterdam, waar in de binnenstad slechts kleine lapjes grond plek voor plek beschikbaar komen, zijn echter bovenal aangewezen op hoogbouw om de verdichting verder op te zoeken.

Hogere woningdichtheden leiden tot meer draagvlak voor leuke en diverse functies in het straatbeeld. Het zorgt voor een levendigheid van de plinten. Bovendien zorgt een hoge woningdichtheid voor een grootstedelijke dynamiek. Het vergroot de kansen op vestiging van nieuwe bedrijven en zorgt tegelijkertijd voor een grotere kans dat mensen start-ups beginnen. Daarnaast zorgt het voor een duurzamere levensstijl, waar de focus ligt op wandelen, fietsen en het openbaar vervoer. Dit is met name mogelijk als de allerhoogste dichtheden gerealiseerd worden boven OV-knooppunten. Het zogenaamde mobiliteitsbouwen.

Wij zijn fan. Het project Frankfurt Four zoekt op een fantastische manier aansluiting bij gebouwen in de bestaande omgeving. Het enige project in Rotterdam dat in deze categorie valt is op dit moment Post Rotterdam. Bron: Groß & Partner / UNStudio

Grote toeters op langgerekte sokkels die doodsaaie plinten en winderige straten veroorzaken gaan de stad niet leuker maken. Dat moet dus radicaal anders. Ga eens ontwerpen vanuit de openbare ruimte. Definieer de straten, pleinen en steegjes en ontwerp de bebouwing er omheen. De bebouwing dient vervolgens dusdanig ontworpen te zijn dat de hoogte flink opgezocht kan worden, zonder de typisch Rotterdamse rukwinden op straat te veroorzaken. Focus dus niet op sunpsots maar op comfortspots!

Grote toeters op langgerekte sokkels die doodsaaie plinten en winderige straten veroorzaken gaan de stad niet leuker maken. Dat moet dus radicaal anders.

Wat ons betreft is een hoogtelimiet en een maximum op het aantal woningen dan overbodig. De markt bepaalt hoe hoog gebouwd kan worden, zolang de openbare ruimte om het gebouw heen maar windvrij gehouden wordt en er een moorddadig goede plint onder zit. En ontwerp de onderste 5 lagen nou eens met een referentie naar het verleden. Geen lange transparante glaswanden, maar plinten met onderbrekingen, met kwalitatief hoogwaardige gevelmaterialen zoals marmer, travertin, natuursteen, geglazuurde bakteen of graniet. Met ornamenten en ander franje. Met zowel kleine ruimtes als grote ruimtes achter de plinten. Opdat er een hoge diversiteit aan verschillende functies kan overleven.

Alleen dan kan Rotterdam het komende decennium de ‘Roaring20s’ herbeleven.

 

 

 

 

 

Ook wat te vertellen?

Je e-mailadres houden we geheim.

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.