Alles voor de perfecte Rotterdamse plaat

Alles voor de perfecte Rotterdamse plaat

Door: Derek van den Berg
Foto’s: John Gundlach

Passie voor Rotterdam kent vele verschijningsvormen. Wij zijn bijvoorbeeld een blog gestart, een ander opent een winkel of start een Rotterdamse kledinglijn. Een vorm van passie waar wij erg van genieten is fotografie. ‘Rotterdam is niet te filmen’, zei Jules Deelder ooit, maar het tegendeel is waar: Rotterdam is een filmische stad die zich graag op de gevoelige plaat laat zetten. Een van Rotterdams bekendste architectuurfotografen is John Gundlach. 

Al meer dan 20 jaar woont hij in Amsterdam, maar diep in zijn hart is John een echte Rotterdammer. In zijn vrije tijd vertoeft hij graag in de stad en tijdens zijn werk hangt hij er zelfs boven. Boven Rotterdam horen wij jullie denken? Jazeker. John is een fotograaf met als specialisme luchtfotografie en architectuur. Daarnaast is hij ook nog eens maker van de bouwfoto van 2018. Omdat John geweldige foto’s maakt van de stad Rotterdam en ervan droomt om op een dag terug te keren, hebben wij John onderworpen aan een vragenvuur.

Wie ben je en waar kom je vandaan?

Ik ben geboren en getogen in Rotterdam. Al voordat ik geboren werd in het Dijkzigt ziekenhuis, woonde mijn familie generaties in en rondom Rotterdam. Mijn opa bijvoorbeeld had een sigarenwinkel staan op de Schaardijk, vlakbij waar nu de Brienenoordbrug staat. Oude Rotterdammers die zelf uit dit deel van Rotterdam komen kunnen zich dat misschien nog wel herinneren. Als kind verhuisden wij op een gegeven moment naar Capelle aan den IJssel en later naar Papendrecht. Toch bleef de binding met Rotterdam altijd groot. Zelfs nadat ik na mijn studie verhuisde naar Amsterdam, ben ik Rotterdam altijd met veel passie blijven volgen.

‘Rotterdam is niet te filmen’, zei Jules Deelder ooit, maar het tegendeel is waar: Rotterdam is een filmische stad die zich graag op de gevoelige plaat laat zetten.

Hoe ben je fotograaf geworden?

Mijn vader werkte als technisch tekenaar, fotografeerde en reisde ook veel voor zijn werk. Als kind rommelde ik veel in al die fotospullen op zolder en werd daardoor nieuwsgierig naar fotografie en architectuur. Op 15-jarige leeftijd was ik zo gefascineerd geraakt door fotografie, dat ik veel foto’s begon te maken van de gebouwde omgeving waar ik woonde en had mijn vader op zolder een DOKA gebouwd, waar ik de films zelf ontwikkelde en de foto’s ging afdrukken. Rond die tijd besloot ik dat ik later fotograaf wilde worden. Waarom weet ik eigenlijk ook niet meer, maar ik ging toch iets anders studeren. Het werd chemie op de MTS Zuid in Rotterdam. Uiteindelijk besloot ik dat de chemie niet was wat ik wilde. Ik wilde toch mijn droom najagen en de fotografie in en ben daarom aan de kunstacademie in Den Haag gaan studeren. Vanaf dat moment ben ik eigenlijk alleen nog maar met fotografie bezig geweest. 

Hoe lang zit je al in het vak? 

Ik ben al vanaf mijn jeugd bezig, maar vanaf de kunstacademie is het allemaal heel serieus geworden. Er ging een geheel nieuwe wereld voor mij open en ben ik anders gaan kijken en luisteren naar de dingen om mij heen. Toen was ik begin 20, nu begin 50. In totaal ben ik dus al meer dan 30 jaar fotograaf. Waar ik vroeger ook nog wel eens foto’s van mensen schoot, ben ik mij gaandeweg steeds meer gaan richten op het fotograferen van de bebouwde omgeving. Eerst nog vanaf straatniveau, later ook steeds meer vanuit de lucht.

Wat zijn je bekendste foto’s?

Ik heb een aantal foto’s gemaakt die om de een of andere reden bekend zijn geworden. Een voorbeeld daarvan is de serie “Watch your speed”. In de aanloop naar de olympische spelen van 2020 in Japan ben ik op zoek gegaan naar lopen in Japan. Een van de interessantste feiten is dat de grootte van een stad en de snelheid waarmee mensen lopen, gecorreleerd zijn. Hoe groter een stad, hoe sneller de mensen lopen; hoe kleiner een stad, hoe langzamer ze lopen.

‘Watch your speed’ en ‘Miles Davis’.

In de jaren 80 ben ik begonnen met Jazz-fotografie. Ik heb toen ooit nog eens Miles Davis gefotografeerd. Dat is toen een bekende foto geworden. Nog steeds fotografeer ik Jazz, maar luchtfotografie en architectuur is de hoofdzaak waar mijn passie ligt.

De luchtfoto die vorig jaar is uitverkozen tot bouwfoto van het jaar 2018 is er natuurlijk ook één die veel mensen in de bouwsector wel eens gezien hebben. Het laat mooi de contouren van de bouwput van het museum Depot zien in relatie tot het Museumpark, de ingang van de parkeergarage en het huidige Boijmans van Beuningen.

Een van de interessantste feiten is dat de grootte van een stad en de snelheid waarmee mensen lopen, gecorreleerd zijn. Hoe groter een stad, hoe sneller de mensen lopen; hoe kleiner een stad, hoe langzamer ze lopen.

Fotografeer je de stad liever vanaf de grond of vanuit de lucht?

Ik vind het allebei intrigerend. Het is wel zo dat ik commercieel meer luchtfotografie series maak. Dit heeft er met name mee te maken dat mijn opdrachtgevers in het vastgoed, ontwikkelaars en architecten, mij met name kennen van de luchtfotografie.

Denk je dat een fotograaf anders naar de wereld kijkt dan andere mensen?

Dat weet ik wel zeker. Als fotograaf kijk je met een andere blik naar de wereld. Je kijkt continu naar je omgeving en het licht, maar ook naar opvallende elementen zoals details van een gebouw of avondlicht dat ineens doorbreekt. Als kind kan ik mij herinneren dat ik tijdens vakantiereizen met de auto altijd met mijn neus tegen het raam aan zat om het landschap uren lang in mij op te nemen. Altijd ben je bewust dan wel onbewust bezig met mogelijke composities. Dat is precies de reden dat je als fotograaf eigenlijk altijd een camera bij je wilt hebben om het moment vast te leggen. Groot voordeel is dat je tegenwoordig met je telefoon ook steeds betere foto’s kan maken.  

Wanneer is een luchtfoto voor jou geslaagd?

Wanneer je als fotograaf een bepaalde compositie (bijvoorbeeld een gebouw) goed naar voren laat komen. Bijvoorbeeld door een bepaalde diagonaal op de foto krijgen, zeker wanneer het een lang gebouw betreft. Soms is het ook mooi om het gebouw heel ruimtelijk te fotograferen in het landschap, terwijl op andere momenten het juist mooi kan zijn om het gebouw te isoleren waarbij alleen het gebouw of een deel van het gebouw overblijft. Als laatste is het belangrijk dat je op de juiste manier speelt met licht. Uiteindelijk heb je licht nodig dat het gebouw goed laat zien.

Wat voor relatie heb jij met de stad Rotterdam?

Ik woon al meer dan twintig jaar in Amsterdam, maar ik ben nooit Amsterdammer geworden en zal dat ook nooit worden. Mijn band met Rotterdam is heel sterk. Mijn familie komt er vandaan. Hoe ouder je wordt, hoe meer je dat toch gaat waarderen en hoe meer je op zoek gaat naar je roots. Ik ben natuurlijk in en rondom Rotterdam opgegroeid, maar ik heb er ook chemie gestudeerd, gewerkt en dat zijn toch de jaren die je maken als mens.

Wat is de reden om dan toch in Amsterdam te wonen?

Dat heeft puur met werk te maken. Toen ik begon te werken na mijn fotografie studie en stages in de jaren 90 met fotografie, zat het werk als fotograaf met name rondom Amsterdam. Simpelweg veel meer klanten, meer werk, meer reclamebureaus en meer kranten en tijdschriften die foto’s van je willen. Tegenwoordig gebeurt er ook meer in Rotterdam, maar je ziet toch dat mijn netwerk zich in Amsterdam heeft ontwikkeld en dat ik daar dus 90% van de opdrachten krijg. Dat neemt niet weg dat ik op een dag graag terug naar Rotterdam zou willen verhuizen.

Ik woon al meer dan twintig jaar in Amsterdam, maar ik ben nooit Amsterdammer geworden en zal dat ook nooit worden.

Wat vind jij het meeste spannende gebied van Rotterdam en waarom?

Het hele gebied rond de stadshavens vind ik bijzonder interessant. Rotterdam heeft natuurlijk enorm veel potentie met alle havengebieden die zich kunnen omvormen tot woon-werkgebieden. Denk aan de Merwevierhavens (M4H), de Waalhavens, Heijplaat, enzovoorts. In zo’n gebied zie ik mijzelf op een dag ook nog wel eens wonen.

Welke ontwikkeling in Rotterdam vind jij het meest interessant?

Op dit moment vind ik het Depot Boijmans van Beuningen van architectenbureau MVRDV fantastisch. Ik heb daar ook een mooie luchtfoto van gemaakt die in de prijzen is gevallen.

Daarnaast vind ik het project de Zalmhaven toren ook ontzettend interessant  om te volgen. Het feit dat in Rotterdam, vlakbij de rivier, een woontoren van 220 meter wordt neergezet is tof en grensverleggend. Ook projecten als Forum Rotterdam, door zijn complexiteit met de locatie middenin het centrum en te midden van al het winkelend publiek, vind ik interessant om te volgen. Ook dit project volg ik regelmatig.

Uiteindelijk is het ook belangrijk dat veel gebouwen blijven staan. Zodat een stad ook jaarringen begint te krijgen zoals een boom en zich organisch blijft ontwikkelen.

Waar zie jij kansen in de stad voor ontwikkelingen?

Ik ben niet per se voorstander van altijd maar nieuwe ontwikkelingen. Sloop is natuurlijk interessant om te zien, maar ik vind het beter als het gebouw hergebruikt wordt en bijvoorbeeld wordt getransformeerd, zoals architectenbureau OMA van Rem Koolhaas heeft gedaan met het Stadstimmerhuis. Uiteindelijk is het ook belangrijk dat veel gebouwen blijven staan. Zodat een stad ook jaarringen begint te krijgen zoals een boom en zich organisch blijft ontwikkelen.

Op welk gebied onderscheidt Rotterdam zich van andere steden? Hoe zorgt Rotterdam er in de toekomst voor dat het dit ook blijft doen?

Rotterdam heeft, hoe gek het ook klinkt, natuurlijk het voordeel dat het hele stadshart er een keer is uitgegaan waardoor de stad kan en durft te experimenteren. Je ziet nog steeds stukken waar kantoorpanden uit de jaren 50 en jaren 60 staan. Slopen ben ik bijna nooit voor, wel voor transformatie van een gebouw. Er staan echter ook gebouwen tussen die toentertijd snel en goedkoop zijn neergezet en die nu echt aan het einde van hun levensduur zijn. Dat zijn potentiële locaties om te verdichten, bijvoorbeeld middels hoogbouw. Hoge gebouwen in de binnenstad, bijvoorbeeld rondom het station, dat is natuurlijk vrij uniek in Nederland.

Dat geeft Rotterdam meer ruimte dan andere steden voor flexibiliteit voor herontwikkelingen in het centrum. Hierdoor zie je overal in de stad woontorens als paddenstoelen uit de grond schieten, waardoor het eigenlijk de enige stad in Nederland is met een prominente skyline. De enige stad waar ik een beetje dat Manhattan-gevoel krijg. De diepte die een stad krijgt met al die hoge gebouwen achter elkaar tot aan de horizon maakt Rotterdam een enorm toffe stad om te fotograferen. 

Overal in de stad schieten woontorens als paddenstoelen uit de grond, waardoor het eigenlijk de enige stad in Nederland is met een prominente skyline. De enige stad waar ik een beetje dat Manhattan-gevoel krijg.

Welke andere stadsfotografen vind je goed?

Als eerste wil ik niet een fotograaf noemen maar een architect, Hugh Maaskant. Zijn gebouwen, vormgeving en ontwerpen spreken mij aan. Als fotograaf wil ik noemen Frits J. Rotgans, bekend van zijn prachtige panorama foto’s. Peter Martens om zijn documentaire fotografie werk.

Wat is jouw favoriete foto van de stad Rotterdam en waarom?

Mijn favoriete foto is er één waar de Euromast in voorkomt, een ontwerp van architect Hugh Maaskant. Destijds in de jaren zestig kwam er op de Euromast een verlenging met een rond draaiende lift, mijn vader werkte toen bij het verkoopteam van de Rotterdamse firma
Westdijk – Schindler die deze lift heeft gerealiseerd. Mijn vader is er niet meer maar de Euromast staat er nog en is daardoor een blijvende kostbare herinnering die ik regelmatig uit de lucht fotografeer.

‘De Euromast van boven’

De uitkijktoren en markant gebouw in de skyline van Rotterdam is ontworpen door Hugh Maaskant en tussen tussen 1958 en 1960 gerealiseerd door aannemer J.P. van Eesteren. Dit ter gelegenheid van de wereldtuinbouwtentoonstelling Floriade. De Euromast is een de hoogste observatietoren in Nederland. Het is een gemeentelijk monument en bestaat uit een betonnen schacht met een scheepsbrug op 30 meter en een kraaiennest op 100 meter. Het amfitheatersgewijs kraaiennest bevat een restaurant. Als de toren in 1970 haar hoogterecord verliest, word de zogenaamde ‘Space Tower’ geplaatst. Een slanke stalen schacht, waar omheen een ringvormige cabine naar een hoogte van 176 meter cirkelt. De toren zelf is nu 185 meter. De Rotterdamse horecaondernemer Willem Tieleman is sinds 2016 de eigenaar. Foto John Gundlach

Voor werk en informatie van John Gundlach:

www.flyingholland.nl

info@flyingholland.nl

Ook wat te vertellen?

Je e-mailadres houden we geheim.

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.