Meer is beter? Niet altijd, maar in het geval van Rotterdamse woningbouwambitie wel. Het huizentekort waar Rotterdam mee kampt is inmiddels tot naoorlogs recordhoogte gestegen. Intussen groeit de populariteit van de stad vrolijk door. Steeds meer mensen willen Rotterdammer worden, maar door apathische houding van de gemeente wordt er te weinig gebouwd om iedereen een dak boven het hoofd te bieden. Rotterdam lijkt pas erg laat wakker te worden.
Door: Bart Toorenaar en Stijn van Pelt
In 2016 bouwde Rotterdam 754 huizen, grofweg evenveel als een provinciestad als Deventer. En dat terwijl Rotterdamse bevolking dat jaar groeide met 5000 inwoners. ‘Rotterdam Durft’ en ‘Hoor: hier bonkt het nieuwe hart van Rotterdam’ waren slogans waar de stad zo’n 10 jaar geleden nog graag mee pronkte, maar op dit vlak klinkt het als een eeuwigheid geleden. Het strookt in ieder geval bepaald niet meer met de werkelijkheid.
Betekent dit dat Rotterdam volstroomt met daklozen? Gelukkig niet. Maar het betekent wel dat de woningmarkt hier overkookt en Rotterdammers maar moeilijk een huis kunnen vinden. Daarnaast is het spijtig dat er nu niet geoogst wordt waar jarenlang voor is gezaaid. Nu de stad eindelijk in trek is bij een doelgroep met een dikkere portemonnee, ontbreekt het aan stadse woningen die deze groep langer vasthoudt in en rond de binnenstad. Wat we nodig hebben is solide woningbouwvisie die een antwoord heeft op de gigantische groei van de vraag naar huizen in de stad.
Maar waar komen al die mensen opeens vandaan?
In de 19e en 20ste eeuw was de gangbare demografische trend om het werk te volgen. De arbeider zocht woonruimte bij de fabriek, vandaar de stormachtige ontwikkeling van niet alleen Rotterdam, maar ook steden als Tilburg, Eindhoven en Enschede. Waar in de loop van de 20ste eeuw de afstand tot de werkplek al relatief werd, en door het groeikernenbeleid juist steden en wijken in de periferie van de stad tot bloei kwamen, zijn in deze eeuw de rollen omgedraaid.
Richard Florida beschrijft in zijn bestseller ‘The rise of the creative class’ hoe dat in z’n werk gaat. Een creatieve klasse met kunstenaars, startende ondernemers en andere jonge creatievelingen trekt naar de stad, op zoek naar goedkope woon- en werkruimte, en elkaar. Met z’n allen maken ze de stad aantrekkelijk en jagen ze de stedelijke economie aan. De stad wordt populairder en trekt steeds meer hoogopgeleide jongeren. Bedrijven kiezen vervolgens, los van fiscale aspecten, voor deze steden: geliefd om in te wonen, te recreëren en te leven. Het resultaat? Bedrijven vestigen zich op plekken waar hun gedroomde werknemers zich ophouden: werk volgt werknemer, in plaats van andersom.
De vraag is er, het aanbod blijft uit
Rotterdam bruist, Rotterdam is anders, Rotterdam is spannend. Gecombineerd met een ring van 19e-eeuwse wijken rondom het centrum maakt dit de stad ongekend populair. De wachtlijsten voor binnenstedelijke projecten als Little C of The Muse zijn dan ook enorm. Bezichtig een studio in Delfshaven of Noord en je hebt gezelschap van honderd anderen. Dat komt omdat meer mensen in Rotterdam willen wonen. Maar het komt ook omdat er de afgelopen jaren simpelweg te weinig huizen bij zijn gekomen.
Het is daarom onbegrijpelijk dat het college de afgelopen 4 jaar niet in staat is gebleken om aan de onstuimig groeiende vraag naar woonruimte tegemoet te komen. Door structureel te weinig te bouwen, schieten de vastgoedprijzen omhoog. Leuk voor de partijen die in de crisis goedkoop vastgoed hebben aangekocht; minder leuk voor alle woningzoekenden die in een zeer beperkt aanbod de hoofdprijs mogen aftikken om een huisje te bemachtigen. En zelfs de mensen met hele diepe zakken voelen zich inmiddels niet meer goed bediend, gezien het bericht in het AD Rotterdams Dagblad dat er te weinig echt hoogwaardige woonmilieus zijn in Rotterdam. Van hoog tot laag valt er dus een hoop te winnen voor Rotterdam.
Waar is het misgegaan in Rotterdam de afgelopen 4 jaar?
Projecten als Prachtig Kralingen (12 huizen) of de Weg naar Kralingen (62 woningen) staan symbool voor het gebrek aan visie van het stadhuis op stadsontwikkeling. Projectontwikkelaars krijgen vrij spel om huizen te bouwen waar de marges fors op zijn, maar die totaal geen verdichtende werking hebben. Als je toelaat dat op kostbare grond vlakbij de binnenstad stedelijke blokken worden gesloopt om er vervolgens grondgebonden rijtjeshuizen voor terug te plaatsen, ben je als gemeente je maatschappelijke rol uit het oog verloren. Zeker gezien de belangen die vastgoedontwikkelaars hebben om onze polders goedkoop vol te stampen.
Waar dromen wij van?
Wat we nodig hebben is een concreet woningbeleid voor de komende 4 jaar. In plaats van gewoon het obligate ‘we moeten meer bouwen’ te roepen, moet er een deltaplan komen waarin staat waar de komende 25 jaar woningen moeten komen. In Amsterdam staat nu al per gebied vast hoeveel woningen er waar gebouwd gaan worden: Haven-Stad, Amstelkwartier en Zeeburgereiland. Den Haag is ook druk in de weer om flinke hoogbouw rond ov-knooppunten van de grond te krijgen en te voldoen aan de grote vraag. Zo’n gebiedsaanpak komt in Rotterdam maar moeizaam op gang. Met uitzondering van Feyenoord City, en op kleinere schaal de pols van Katendrecht, worden er louter postzegels ontwikkeld.
Het verlanglijstje van de Rotterdamse Dromers
- 100.000 extra woningen binnen de gemeentegrenzen vóór 2038
Overambitieus? Nee, broodnodig in een land waar een volksverhuizing richting stad bezig is. Om woningnood te voorkomen moeten er ieder jaar 5.000 woningen in Rotterdam bij komen. We hebben meteen al nagedacht over waar die moeten komen:
- 10.000 woningen Feyenoord City
- 5.000 woningen Parkstad en Kop van Zuid
- 2.500 woningen Katendrecht
- 1.000 woningen Nieuw Kralingen
- 2.000 woningen Oostrand Kralingse Plas
- 20.000 woningen Rotterdam Centrum
- 2.000 woningen Lloyd- en Mullerpier
- 7.500 verdichting stadswijken Rotterdam-West
- 12.000 woningen Merwehavens
- 18.000 woningen verdichting van stadswijken Rotterdam-Zuid
- 20.000 woningen stadshavens Waalhaven
Deze 100.000 woningen moeten in 20 jaar, ofwel 5 collegeperiodes, gebouwd worden. En wij willen daar graag bij helpen. De komende maanden leggen wij op het niveau van buurten, wijken en deelgemeenten concrete plannen neer. Doel is om de Rotterdamse binnenstad het thuis te maken van veel meer mensen dan nu het geval is. De tijd van het volbouwen van het schaarse groen met grote VINEX-locaties is voorbij. Tijd om het slim te verdichten om zo leukere, duurzame en levendiger stadswijken te krijgen. Een eerste voorbeeld hebben we al gegeven met ons plan voor de Leuvehaven.
- Een verbod op grondgebonden rijtjeshuizen in de stadswijken Noord, Delfshaven, Centrum en Kralingen-Crooswijk.
Met rijtjeshuizen bouwen vangen projectontwikkelaars mooie centen. Maar de gemeente is er niet om de portemonnees van projectontwikkelaars te spekken; de gemeente is er om een evenwichtige woningvoorraad in stand te houden. Rijtjeshuizen of villa’s? Prima, maar niet in binnenstedelijke gebieden waar de vraag naar woningen te groot is om deze ruimte-opslokkende projecten voorrang te geven. Wie prioriteit zegt te geven aan verdichting, kan geen fiat geven aan projecten als de Weg naar Kralingen, 010XL of Nieuw Zuid. Woningbouw die prima past in Oud-Beijerland of Bergschenhoek, maar niet op steenworp afstand van een bruisend centrum.
- Een overheid die zich actief inzet voor alle Rotterdammers.
Wij zijn voor een gemengde stad, waarin verschillende sociale milieus bij elkaar over de vloer komen. De kracht van Rotterdam zit in de mix van meerdere sociaal-economische milieus die kriskras door elkaar leven. Homogene eenheidsworst maakt geen enkele stad leuker. Gentrificatie is top, mits het niet ten koste gaat van mensen met minder mogelijkheden. Dat is een uitdaging die Rotterdam moet durven aangaan.
- Een overheid die actief werkt aan het bewoonbaar maken van havens
Al sinds de jaren ’90 staat het project Stadshavens in de steigers. Met wisselend succes. De Rijn- en Maashaven zijn inmiddels in volle transitie, maar hier is het minder snel gegaan dan verwacht. De Waal- en Eemshaven zijn in potentie woongebieden met een veelvoud van de oppervlakte van de voormalige VINEX-locaties in de regio. We willen graag dat de gemeente gaat uitrekenen of het uitkopen of verplaatsen van bedrijven rendabel is als er grootschalige woningbouw voor in de plaats komt. Regeren is vooruitzien: als Rotterdam de potentie van zo’n uniek woonmilieu maximaal wil benutten, moet de gemeente nu op de markt vooruit gaan lopen.
- Een overheid die de hoogbouwregels in het centrum versoepelt.
De Amsterdammer heeft z’n grachten, de Rotterdammert heb z’n skyline. Rotterdam is de enige stad in Nederland (en één van de weinige steden in Europa) die haar inwoners op grote schaal hoog kan laten wonen. Juist omdat Rotterdammers hoogbouw in het centrum omarmen, ligt hier een unieke kans voor het toevoegen van 20.000 woningen midden in de stad. Alleen gaat dat op sommige plekken lastig, omdat regels ‘sunspots’ aanwijzen: plekken die gevrijwaard moeten blijven van schaduw door hoogbouw. Natuurlijk vinden wij ook dat je lekker met je kop in de zon moet kunnen lopen, maar op dit moment belemmeren die zonplekken de groei van de stad. Wij pleiten daarom voor versoepeling van de regels.
Rotterdamse politieke partijen en hun woningbouwambities
Tijd om de bouwplannen van de partijen die meedingen naar een paar stoeltjes in de Rotterdamse gemeenteraad tegen het licht te houden. Op wie kunnen we bouwen, en op wie niet?
De flop volgens de Rotterdamse Dromers
DENK
In het gehele manifest van 36 pagina’s komt het woord woning niet terug. Wellicht is het de jeugdigheid, maar voor een partij die zegt zo op te komen voor de jonge Rotterdammer vonden wij het opvallend dat de partij geen woord rept over iets wat onze generatie Rotterdammers zo aan het hart gaat.
De toppers volgens de Rotterdamse Dromers
D66
- D66 pleit voor 60.000 woningen tot 2030: zo’n 5.000 woningen per jaar.
- D66: ‘Maar ook in de stadswijken, zowel op de Noord- als de Zuidoever, zullen we in grootstedelijke dichtheden moeten bouwen.’
- D66 heeft in zijn partijprogramma ook oog voor het sociale karakter van wijken
- Veel aandacht voor kwetsbare wijken, waar de partij samen met woningbouwcorporaties plannen voor wil opstellen.
Smetje op het blazoen
Vanuit Den Haag wordt er wat roet in het eten gegooid. Waar de lokale fractie zich hard maakt voor verdichting binnen de Rotterdamse ruit, sprak hun eigen minister dit beleid tegen. Kasja Ollongren zei dat er weer meer gebouwd moest worden in kostbaar buitengebied. Beste minister, alleen de ontwikkelaars worden daar beter van.
VVD
De VVD verdient een pluim voor hun gedetailleerde plannenmakerij. Veel partijen roepen heel veel woningen te gaan bouwen, maar weinig partijen specificeren waar dat dan precies moet gebeuren. Alleen de VVD lijkt te begrijpen dat verkiezingsbeloftes pas gewicht krijgen bij een concreet voorstel waarmee je de dag na de verkiezingen aan de slag kan.
- De VVD propageert 10.000 woningen per jaar voor de komende 4 jaar. Erg ambitieus, maar gezien de huidige woningnood moet er op korte termijn toch flink worden gebouwd om de schade van de afgelopen jaren in te halen
- De VVD strooit niet alleen met getallen, maar wijst ook locaties aan waar volgens hen lekker gebouwd mag worden
- De VVD durft plannen als Kralingse Berg uit de koelkast te halen. Gewaagd, en zal ook zeker tegenstand oproepen bij de eigen achterban
Smetje op het blazoen?
Is het dan alleen maar feest bij de VVD? Nee, er mag van ons meer aandacht in het partijprogram naar sociale woningbouw. In onze ogen is dat namelijk hard nodig om de diversiteit te bevorderen in de stad en te voorkomen dat de stad volloopt met gated communities voor de happy few.
Conclusie
Na jaren hard werken om populair te worden is Rotterdam nu de cool kid van de Nederlandse steden geworden. De natte droom van Rotterdamse politici die daar decennialang naartoe hebben gewerkt. Dat momentum moet verzilverd worden zodat de stad en haar economie structurele stappen vooruit kan gaan maken. Vooralsnog lijken met name D66 en VVD de handschoen op te pakken op dit vlak. Wij kijken er naar uit om ook van de andere partijen plannen te zien zodat collectief de schouders er onder kunnen.
Maandag: deel 3 – Mobiliteit en infrastructuur
Elke werkdag tot aan de verkiezingen posten we een beschouwing op onderdelen die wij belangrijk achten voor Rotterdam: woningbouwbeleid, mobiliteit en infrastructuur, economie en onderwijs en mengen dat met een kritische blik op de Rotterdamse daadkracht op die vlakken. Bedankt voor het lezen, we zien elkaar maandag!
Dit artikel is een vervolg op eerdere artikelen:
Hoe goed gaat het momenteel met Rotterdam?
Verkiezingsblog #1 – Welke Rotterdamse partijen kregen de afgelopen 4 jaar wél iets voor elkaar?
Ook wat te vertellen?