Haal City Racing ter waarde van 1 miljard naar Rotterdam

Haal City Racing ter waarde van 1 miljard naar Rotterdam

Stel je voor: met 200 km per uur vliegen raceauto’s je om de oren over de Blaak. Klinkt bekend? Klopt: de Bavaria City Race was precies dat. Beeld je dat in, maar dan zonder geur en stank, maar met turboboosts die door het publiek worden uitgedeeld en turbozones à la MarioKart. Klinkt als een droom? Het gebeurt al, en het heet Formule E. Autosport die door steden gebruikt wordt om hun duurzame karakter uit te venten: wie dat 10 jaar geleden riep, werd voor gek verklaard.

In 5 jaar tijd zijn al meer bekende automerken aan de Formule E verbonden dan aan de Formule 1, en wordt de marketingwaarde geschat op bijna 1 miljard dollar. Vooral onder de jongste kijkers groeit de populariteit hard. Met merken als Audi, BMW en Jaguar als huidige deelnemers en vanaf komend seizoen Mercedes en Porsche als toevoegingen is de aantrekkingskracht groot. Rotterdam zou deze groene golf moeten willen meepakken.

Door: Stijn van Pelt

In 2014 werd de Formule E officieel opgericht door Jean Todt, president van de Fédération Internationale de l’Automobile (FIA). Ambitie van de FIA was om fabrikanten een platform te bieden om nieuwe toepassingen voor elektrische auto’s te testen, zoals ook in de Formule 1 gebeurt voor verbrandingsmotoren. Racen met elektrische auto’s was echt wat nieuws, maar toch waren de verwachtingen van de ‘kenners’ dat het grote publiek er niet op zat te wachten. Racewagens horen te janken als je ze voorbij hoort razen, de geur van benzine en schroeiend rubber hoort te prikken in je neus. Vandaar dat het nerdy broertje van de Formule 1 onder begeleiding van hoongelach van de reguliere racefans van start ging.

Zo verscheen er een new race kid on the block. Honderden miljoenen werden er tegenaan gegooid om bekendheid en ontwikkeling te stimuleren. Alles werd uit de kast getrokken om een toekomstbestendig racemerk te ontwikkelen, passend bij de tijdsgeest een aansluitend bij de verwachtingen van de jongste fans. Die verwachten een elektrische toekomst voor de heilige koets en de Formule E past beter in dat plaatje dan de – nu nog – populairdere Formule 1.

Qua uiterlijk lijken de wagens veel op hun F1 broertjes maar verder houdt de vergelijking grotendeels op. bron: Fabrizio Russo

Fanboosts, turbozones en stratencircuits: zo werkt Formule E

Wie racen nu nog ziet als eentonig rondjes rijden voor verwende rijkeluiskinderen waarbij het rijkste team wint, zal wellicht wel warm worden van Formule E. De e-races lijken in een bepaald opzicht meer op een real life uitwerking van een Nintendo racespel dan serieuze autosport:

  1. De kwalificatie duurt een uur. Groepjes van 5 a 6 auto’s strijden 6 minuten lang voor de snelste tijd. Goed voor een publiek met een korte spanningsboog.
  2. De race zelf duurt 45 minuten plus 1 ronde. Past dus makkelijk in de bomvolle sociale agenda. 
  3. Elke race is er de mogelijkheid om met je social media account een Fanboost te geven aan je favoriete coureur. Zes dagen voor de race tot 15 minuten na de start van de race kunnen fans op de site van de Formule E stemmen op hun favoriete coureur. De 5 populairste coureurs krijgen een power boost die 5 seconden duurt en ingezet kan worden in het tweede deel van de race. Je hebt als kijker dus letterlijk effect op het verloop van de wedstrijd. 
  4. Daarnaast is er de mogelijkheid voor een coureur om een Attack Mode te activeren waarbij de auto 25 kW extra krijgt. Dit kan behaald worden als de coureur door een aangewezen gebied rijdt dat afwijkt van de ideale racelijn. Een beetje Super Mario Kart-speler weet precies hoe dit werkt en snapt het grote voordeel ervan.
  5. Races worden altijd afgewerkt op een stratencircuit in een stad en het circuit is 1 tot 3 kilometer qua lengte. Toch prettig dat je gewoon met de metro naar een GP kan in plaats van filerijden in de bossen of duinen. 

Van nerdy broertje naar coolste jongetje van de klas

In rap tempo groeide de aandacht voor het elektrische racen. Verrassende namen als Saudi Arabië omarmen het evenement om de eigen duurzaamheidsambities een gezicht te geven. Oud Formule 1 kampioen Nico Rosberg is investeerder en fabrikanten omarmen het wegens de mogelijkheden die het biedt om sneller e-technologie voor straatauto’s te ontwikkelen. Grote sponsormerken beginnen warm te lopen voor dit toekomstbestendig wereldmerk waarmee ze graag geassocieerd willen worden. Last but not least, jongeren wereldwijd voelen zich aangetrokken tot deze stille racerij omdat het symbool staat voor een toekomst waar zij in geloven. Vol elektrische uitstootvrije auto’s.

Rotterdamse Roetvrije Racers?

En daar zit ook meteen het haakje met Rotterdam. De jongste stad van Nederland heeft grootse ambities qua duurzaamheid. Geen borrel gaat voorbij zonder dat iemand met een mond vol bitterbal het woord ‘energietransitie’ roept. Daar staat tegenover dat de transitie zelf nog niet erg wil vlotten. Gebrek aan maatschappelijk draagvlak, politieke wilskracht en financiële slagkracht zorgen dat de neuzen nog niet allemaal dezelfde kant op staan.

Het illustreert ook het gebrekkige verhaal waar Rotterdam naartoe wil als stad. Er wordt vaak benadrukt dát we naar een energie-vriendelijk Rotterdam toe willen zonder heldere uitleg hoe en waarom. En al helemaal niet wat Mo-met-de-pet daaraan heeft aan het einde van de maand. Of waarom het überhaupt tof is om daar energie in te steken. Wat is het verhaal dat we willen doorvertellen aan onze kinderen?

Het vervuilende chemiecomplex in de achtertuin en meurende cruiseschepen aan de kade helpen ook niet mee om een duurzaam toekomstbeeld te schetsen waar de Rotterdammer inspiratie uit kan halen. Juist vanwege het ontbreken van een symbool dat de elektrische mobiliteit een gezicht geeft, biedt de Formule E uitkomst. Het zegt symbool te staan voor duurzaamheid, onvoorspelbaarheid en innovatie. Drie labels waar Rotterdam zichzelf ook graag mee associeert. 

Wethouder Kathman was erg enthousiast toen zij plannen onthulde voor de Mobility Campus in het Merwe Vierhavengebied. En terecht, gezien de grote veranderingen die er qua mobiliteit plaats gaan vinden in de komende decennia. Tegelijkertijd bestaat er zoiets als Clean Tech Delta dat zich weer focust op schone energiebronnen en het RDM Centre of Expertise dat weer bijdraagt aan mobiliteit en energietransitie in haven en stad. Kortom, genoeg initiatief en expertise rondom duurzame energie en mobiliteit. Het ontbreekt aan een krachtig vergrootglas om dat aan de rest van de wereld te tonen. Tijd om dat op een slimme manier internationaal uit te gaan dragen. Juist ook om internationale bedrijven aan te trekken die zich bezighouden met deze thematiek. Dat lukt momenteel maar mondjesmaat.

Die conclusie trok de Rotterdamse Rekenkamer begin juli ook. Rotterdam slaagt er niet in om internationale bedrijven aan te trekken, ondanks de positieve PR die de stad de afgelopen jaren ontvangt. Het fêteren van een groep internationale journalisten in de hoop dat ze een ronkend stukje over Rotterdam typen is niet de manier gebleken om de chiefs, executives of directors met gierende banden naar Rotterdam te bewegen. Men moet beter samenwerken was de conclusie. Maar eigenlijk las je ook, de boodschap komt internationaal niet aan. De stad mist body, profiel en een aansprekend gezicht die de boodschap verkondigt.

De e-racer van Jaguar in beeld. Bron: Matt Seymour

Alle bobo’s verzamelen

Een groot evenement kan helpen om een thema op de kaart te zetten. Een goed voorbeeld daarvan is het Amsterdam Dance Event. Terwijl grote namen uit de elektronische muziekindustrie bij elkaar komen om commerciële deals met elkaar te sluiten, maken artiesten van de gelegenheid gebruik om een zakcentje bij te verdienen. Inwoners vergapen zich aan alle grote namen die op komen treden terwijl achter de schermen flink genetwerkt wordt. Zo’n functie kan de Formule E ook voor Rotterdam hebben.

Met een city race als uithangbord waar Rotterdam al haar marketingslogans aan kan hangen, biedt de aanwezigheid van zoveel grote fabrikanten kansen om over zaken te praten. Bij welke andere gelegenheid lukt het een Rotterdamse wethouder om hoge officials van Mercedes, Porsche, BMW en Audi tegelijkertijd naar onze stad te lokken? De beelden van het racen gaan wereldwijd inmiddels 300 miljoen huiskamers in – meer dan het Songfestival – en een getal dat jaarlijks oploopt.

Fijne bijkomstigheid is dat de publieke associatie van Rotterdam als duurzame frontrunner sneller zal ontstaan bij Formule E dan bij het Europese liedjesfestijn. Aan al dat marketing geweld verbinden toonaangevende bedrijven in die industrie graag hun naam. Rotterdam is dan de naam waar duurzame fabrikanten zich mee willen profileren. In Rotterdam moeje weze hoor je ze denken.

Is het dan allemaal rozengeur en maneschijn? Zeker niet. Aan het organiseren van een Formule E race hangt ook een prijskaartje. Montreal schijnt 30 miljoen dollar nodig te hebben om 6 jaar lang gaststad te mogen zijn van een elektrische grand prix. Van andere steden is het lastiger te achterhalen wat de kosten zijn. In ruil daarvoor heb je een geluidsarme stadsrace die duurzame energie en mobiliteit promoot. Het zet Rotterdam op de kaart tussen steden als Hong Kong, Wenen, New York en Berlijn en is innovatiever dan de Formule 1. Het geeft inwoners een kijk in de toekomst binnen de industrieën waar de stad zich mee wil profileren. Hoeveel is dat een ambitieuze stad waard? Zeker als de raceheld uit de andere klasse vanwege commerciële belangen overstapt. Je hoeft in ieder geval niet te wachten tot een Nederlander een keer een race wint.

Ook wat te vertellen?

Je e-mailadres houden we geheim.

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.