Rotterdam is nooit af, luidt het uitgemolken maar niet minder waarheidsgetrouwe cliché. Waar Amsterdam gezegend is met een binnenstad die volledig op de UNESCO Werelderfgoedlijst staat, wordt daarmee iedere discussie in de kiem gesmoord of een gebouw rijp is voor de sloop. In Rotterdam barst het daarentegen van de gebouwen waar je op een verjaardag over hoort dat iemand ‘m liever kwijt dan rijk is.
Tekst: Bart Toorenaar
Platen: Rodney Kastelan en Lieselot Verheye
Slopen, ambitieuze wederopbouwplannen maken, om diezelfde gebouwen wederom weer te slopen na wat jaartjes: wie cynisch is, ontwaart een waar Rotterdams ritme. De Rotterdamse binnenstad is de afgelopen 80 jaar vaak een speeltuin geweest voor stedenbouwkundigen en architecten die hun stempel wilden drukken op de stad. De misvatting dat de binnenstad toch vooral door de Duitsers is gemolesteerd werd enkele jaren geleden al door Andere Tijden rechtgezet. Het was de rücksichtslose vernieuwingsdrang van stadsvernieuwers die veel half-, of licht beschadigde gebouwen maar al te snel als verloren beschouwde, en veel meer schade aanrichtte dan de Duitse Luftwaffe.
Is de drang tot sloop en stadsvernieuwing in essentie verkeerd? Historische gelaagdheid (het hebben van gebouwen uit meerdere perioden bij elkaar) kan iets toevoegen. Immers, alleen maar struinen langs die 17e eeuwse grachten kan ook geestdodend worden. Alleen soms werken gebouwen simpelweg niet meer. Sommige architectuurpuristen willen ieder gebouw dat ook maar een raamkozijn bevat dat tekenend was voor z’n tijd voor eeuwig vastleggen in het Rotterdamse straatbeeld. Anderen willen het liefst iedere herinnering aan de functionele wederopbouwarchitectuur vernietigen. Wij trachten, zoals wel vaker, het redelijke midden te kiezen.
We reiken daarom een award uit voor het gebouw dat het hardste toe is aan de wrecking ball. In een redactievergadering kwam ter sprake deze ‘de Jaap Stam Award’ te noemen, ter ere van de nieuwe trainer van Feyenoord. Allereerst omdat Stam als bikkelharde verdediger symbool stond voor sloopwerkzaamheden en om de simpele reden dat zijn voorhoofd ons deed denken aan een sloopkogel. Om iedere vorm van verwarring te voorkomen hebben we uiteindelijk gekozen voor de sloopkogelaward.
Deze sloopkogelaward is, net als Jaap Stam, van het volk. Daarom is het een publieksprijs waar jullie mogen kiezen uit zeven gegadigden. Dus mede-dromers, deel jouw douze points uit en wellicht kunnen we er in de toekomst voor zorgen dat de nimmer verzadigde Rotterdamse sloopwoede zich nu eens richt op dat gebouw waar jij altijd al een pleurishekel aan had.
Genomineerden
Scroll naar beneden om te stemmen voor de poll.
Nominatie 1: voormalig politiebureau Witte de Withstraat
Op de kruising van de Hartmansstraat en de Witte de Withstraat, in een heerlijk stedelijk stukje Rotterdam, staat hier plots een gebouw dat niet zou misstaan op een anoniem bedrijventerrein in Waddinxveen. Een schoolvoorbeeld van een kil gebouw, dat prima paste bij het strenge karakter van de organisatie die er in huisde tot 2017. Het gebouw heeft een gesloten gevel en nodigt op straatniveau op geen enkele manier uit om binnen te treden (vind je het gek, bij een politiebureau?). Het pastte bij de ruige straat in de jaren ‘80 en ‘90 van de vorige eeuw, een plek die een politiebureau in haar midden hard nodig had, maar een vreemde snoeshaan in de straat die het nu geworden is. Wij hebben al eerder laten zien dat een alternatief ontwerp prima kan op deze plek.
Waar is het? Hier.
Nominatie 2: Karel Doormanstraat 337-445
Tja, als een architectuurhistoricus nog gaat zaniken dat in dit gebouw cultuurhistorische waarde in zit, dan zou je hem een bezoekje naar de Pearle aan de overkant toewensen. Nou is de Karel Doormanstraat al een ratjetoe aan weinig verheffende architectonische dieptepunten uit een tijdsgeest dat gebouwen vooral functioneel moesten zijn, maar dit geval maakt het wel erg bont. Je kunt hier wel ellenlange proza aan wijden waarom zo’n gebouw pijn doet aan de ogen, maar oordeel zelf.
Waar is het? Hier.
Nominatie 3: voormalig V&D-pand aan de Beurstraverse
Lelijke gebouwen die enige kwaliteit ontberen vinden wij kut, lelijke gebouwen op prominente plekken gaan nog meer jeuken. Het voormalig V&D-pand, tegenwoordig Hudson’s Bay, is er net zo een. Nou boeit lelijkheid je als doorgewinterde Rotterdammer niet zoveel, wie jarenlang tussen de Trespaplaten in Rotterdam-West heeft gewoond maalt niet meer zo snel om een architectonische mispeer, Rotterdam is er immers groot mee geworden. Plagende inwoners uit andere steden die zich afvragen wat deze kakofonie aan bebouwing is; je reageert er op den duur schouderophalend op.
Maar je hebt weleens van die gebouwen waarvan je denkt, ‘wat wil de architect hier in hemelsnaam mee?’ Op de kopse kant van de Koopgoot staat een wanstaltig kreng, een andere term hebben wij er niet voor. Voor een stad die met de Bijenkorf, zowel voor als na de oorlog, bewijst dat je ook stijlvolle warenhuizen kunt neerzetten, detoneert dit gebouw nogal. Je wordt verdrietiger als je weet dat het vooroorlogse pand van de C&A op deze plek een pareltje was, terwijl deze plek nu ontsierd wordt door dit gedrocht.
Waar is het? Hier.
Nominatie 4: kantoor metropoolregio Rotterdam – Den Haag
Het kantoor van de Metropoolregio Rotterdam – Den Haag (Joost mag weten wat ze daar doen, dit geheel terzijde) mag niet ontbreken in deze lijst. Op de statige Westersingel, die sinds de opening van het nieuwe station een heuse upgrade heeft gekregen als entree van de stad, is dit de rotte kies. Tegenover de architectonische pareltjes als de café de Unie en de vernieuwde Pauluskerk, die beiden een waardige representant zijn van hun tijdsgeest, staat deze architectonische miskraam. Wellicht is dit geval minder prominent dan het V&D-pand, maar het contrast met de omgeving is nog schrijnender. Een waardige nominatie die menig Rotterdammer zal kunnen onderschrijven.
Waar is het? Hier.
Nominatie 5: de Weenahof
In de redactievergadering hield de eventuele nominatie van dit gebouw de gemoederen bezig. Voor de een valt dit object in de categorie ‘mooi van lelijkheid’, voor de ander is dit een doorn in het oog. Op steenworp afstand van het Centraal Station, grenzend aan één van de beste Rotterdamse gebouwen, het Groothandelsgebouw, is dit een deerniswekkend object.
Waarom dan toch de twijfel? We lazen ooit in dit stuk van de collega’s van Vers Beton dat het goed wonen is in de Weenahof. Bewoners prijzen de ruimtelijkheid van hun binnenstedelijke appartementen. Ook het formaat van het gebouw, of de dichtheid, zoals stedenbouwsnobisten graag over gebouwen praten, staat ons ook aan. Stadse blokken van acht à negen lagen, daar is an sich niets mis mee.
En laten we eerlijk zijn, als er vandaag de dag dertien-in-een-dozijn-architectuur van dit formaat wordt geplaatst op de Mullerpier, zijn er ook genoeg die vergoelijkend praten over ‘stedelijke blokken’, zonder oog te hebben voor de kwaliteit van de buitenkant. Kortom, deze dikke lelijkerd heeft zijn nominatie verdiend door de velen van jullie die hem graag weg willen hebben, want als het aan ons ligt mag hij daar nog even blijven staan.
Waar is het? Hier.
Nominatie 6: het Antwerpse Hoofd op het Noordereiland
Er zijn weinig gebouwen in Rotterdam die op zo’n majestueus mooie plek liggen als het Antwerpse Hoofd. Deze kopse kant van het eiland die de rijnaken naderen vanuit het binnenland, dient als entree voor de binnenstad van Rotterdam, vanuit een schippersoogpunt. Deze plek diende ooit als startpunt voor de dagelijkse (!) veerdienst van Rotterdam naar Antwerpen en Gent (vandaar de naam). In de Tweede Wereldoorlog was dit één van de weinige plekken op de Zuidoever waar een verdwaalde Duitse bom terecht kwam. Na de oorlog bleef het decennialang een lege vlakte die afgescheiden werd door de spoorbrug van de rest van het eiland.
In 1981 werd er opdracht gegeven voor 218 sociale huurwoningen. Passend in de sociaal-democratische tijdsgeest, waarin de markt nog niet leidend hoefde te zijn moesten ook de mooiste plekken van Rotterdam beschikbaar zijn voor alle inkomensgroepen. In het gebouw verschenen huurwoningen van klein tot groot.
Over het succes van het gebouw als sociaal bindmiddel tussen arm en rijk(er) valt te discussiëren. Over de esthetische waarde wat ons betreft niet. Het Antwerpse Hoofd is met afstand een van de allerlelijkste gebouwen in Rotterdam, en dat is in deze stad een prestatie van jewelste. De prachtige rivier, die op deze plek flink begint te meanderen, verdient een betere buur dan dit architectonisch wanstaltige gedrocht, dat de prachtige binnenkomst in de stad vanaf de Maasboulevard ontsiert. Ook in de reacties was dit gebouw een populair mikpunt van hoon, en dit keer zijn wij het volledig eens.
Waar is het? Hier.
Nominatie 7: Korte Hoogstraat 2-28
We kregen veel inzendingen over de Hoogstraat binnen, deze winkelstraat werkt bij velen van jullie op de zenuwen. Toch kiezen we niet voor de grote broer, maar voor de Korte Hoogstraat. Net zoals bij de Lijnbaan is het ‘korte’ broertje ervan minimaal net zo mislukt. En dat komt vooral in dit geval door de achterkant van het gebouw. Waar de voorkant tegenwoordig behoorlijk is opgekalefaterd, met de burgerlijke truttigheid van Dille en Kamille die de straat siert, is de achterkant vooral een mispeer van jewelste.
Dit is het stukje waar het water in de binnenstad zijn oorsprong vindt. De plek waar Rotterdam gesticht is, en waar de dam in de Rotte werd geplaatst in 1140. Nu zit je daar tegen de achterkant van een aftandse oostblokflat te gluren waar ze zelfs in menig Siberische provinciestad zich een hoedje zouden schrikken. Het opmerkelijke plan bestaat om in deze onbegrijpelijke sloot temidden van hoge gebouwen een golfbad te maken voor surfers. Wij vrezen dat zolang deze bouwkundige draak het zicht blijft vervuilen, iedere vorm van ontwikkeling ten dode opgeschreven is.
Waar is het? Hier.
Eindoordeel
We kregen bij het stellen van de vraag welk gebouw van jullie plat mag in Rotterdam een flink aantal inzendingen. We waren onder de indruk van het destructieve karakter van onze community op social media. Een wijs Rotterdams man zei ooit ‘alles naar de klote’, en als je de hoeveelheid inzendingen zag van stadsgenoten voor deze award, merk je dat dit mantra nog steeds door de stad waart.
Waar wij laatst in het NRC als een stel sloopfanatici van alles wat lelijk is werden geportretteerd, zo deden jullie het dunnetjes over. Honderden inzendingen van gebouwen waar wat jullie betreft zo snel mogelijk het dynamiet in mag om opgeblazen te worden. Van deze berg aan inzendingen hebben we slechts een zevental als nominaties gekozen. Een kleine selectie van nominaties die de shortlist net niet haalden: het Maritiem Museum, de volledige Hoogstraat, de drie ‘witte’ woontorens aan de Boompjes, de GGD aan de Leuvehaven, Pathé Schouwburgplein, de Peperklip.
Update 6/8/2019
De stembus is gesloten. We hebben een winnaar voor De Sloopkogel Award 2019! Aan de storm van reacties te zien, zouden jullie het liefst alle 7 genomineerden tegen de vlakte jagen. Maar er kan er maar een het meest rijp voor de sloop zijn, en dat is… het blok aan de Korte Hoogstraat!
Onze handen jeuken om aan de slag te gaan met plan voor een nieuw gebouw. Een gebouw dat deze prominente plek in het hart van de stad, naast de dam in de Rotte, eer aandoet. Suggesties in de reacties hieronder zijn van harte welkom.
P.S.: de award wordt een jaarlijks terugkerend fenomeen, dus al jouw favoriet er nu niet tussen zit, niet getreurd, in 2020 weer een kans.
Ook wat te vertellen?